1. ALGEMEENHEDEN
De wijze van spelen, het puntensysteem en de reeksindeling zullen jaarlijks aan de hand van actuele gegevens door de Technische Commissie worden uitgewerkt.
De individuele tornooien worden gespeeld in één voorronde en één finaleronde.
In de voorronde speelt elke deelnemer 6 partijen.
De na afloop van de voorronde 4 best gerangschikte deelnemers spelen dan de finaleronde:
- 1/2 finales met rechtstreekse uitschakeling (1ste tegen 4de; 2de tegen 3de);
- finales.
De kalender, opgesteld door het secretariaat, en het programma van elke avond moeten stipt worden opgevolgd. Niet gewettigde forfaits hebben een ernstige boete en uitsluiting uit het tornooi als gevolg.
Het inschrijvingsgeld is vastgesteld op 2,5 €.
Er kunnen prijzen in natura geschonken worden.
Nieuwe spelers mogen wel aan de individuele kampioenschappen deelnemen als ze 4 competitie wedstrijden hebben gespeeld.
Wanneer in de loop van het tornooi een algemene herziening van de te spelen punten zou plaatsvinden, wordt het gemiddelde herzien.
Het nieuwe gemiddelde moet dan onmiddellijk worden gespeeld.
Indien men zodanig stijgt, dat men in een categorie van een hogere afdeling komt, blijft men niettemin in zijn oorspronkelijke afdeling spelen, maar met de nieuwe te maken punten.
De volledige organisatie van de individuele kampioenschappen is in handen van de Technische Commissie, geassisteerd door de Technische Secretaris,
Dhr. Van Helden Jan, Ballaststraat 15, 3900 Overpelt
tel. 011 80 22 18 -- gsm 0486 66 79 41
2. AFDELINGEN
Kader: 1 afdeling
Vrij spel: 2 of 3 afdelingen
Overband: 3 of 4 afdelingen
Drieband: voorlopig geen individueel, wegens competitie drieband in afdeling 5
3. DRIEBAND ( voorlopig geen individueel drieband wegens competitie drieband )
Spelers die voor de eerste keer deelnemen, moeten spelen aan de minimumpunten (gerelateerd aan hun te maken punten vrij spel of kader, met een minimum van 12 punten, berekend op 40 beurten).
Een wedstrijd in de voorronde duurt nooit langer dan 40 beurten.
De wedstrijden in de voorronde worden altijd met gelijke beurten gespeeld. De nabeurt is altijd met opzetten van de ballen en te spelen zoals de aanvangsstoot. Hebben beide spelers hun te maken punten niet in 40 beurten behaald, dan wordt de wedstrijd stopgezet met gelijke beurten voor beide spelers. De speler die het hoogste percentage van zijn te maken punten heeft behaald, wint de wedstrijd.
In de halve finales en de finales wordt gespeeld totdat één van beide spelers zijn te maken punten heeft behaald. Hier wordt geen rekening gehouden met de 40 beurten-regel en er is geen nabeurt.
Te behalen wedstrijd-punten:
- behalen van het gemiddelde: 2 punten;
- winnen van de partij: 2 punten;
- gelijkspel: 1 punt.
Rangschikking aan het einde van de voorronde:
- totaal van de wedstrijdpunten;
- het hoogste aantal gewonnen wedstrijden;
- het hoogste percentage van het totaal gespeelde gemiddelde t.o.v. het te spelen gemiddelde.
Minimum-punten drieband in relatie tot de categorieën in de disciplines vrij spel en kader 38/2.
Elke speler mag maximum 1 (één) categorie lager spelen dan bepaald in deze tabel, maar met een minimum van 12 punten.
vrij spel | tmp | gemiddelde |
23 - 38 | 12 | 0,300 |
41 - 66 | 14 | 0,350 |
72 - 116 | 16 | 0,400 |
132 - 180 | 18 | 0,450 |
kader 38/2 | tmp | gemiddelde |
100 - 130 | 20 | 0,500 |
145 - 180 | 23 | 0,575 |
200 - 260 | 26 | 0,650 |
300 en meer | 29 | 0,725 |
32 | 0,800 | |
36 | 0,900 | |
40 | 1,000 |
4. OVERBAND
Spelers die voor de 1ste keer deelnemen, spelen aan de minimumpunten (gerelateerd aan hun te maken punten vrij spel of kader).
Handicappunten Overband
te maken punten in 20 beurten // gemiddelde // 50 %
14 | 0,70 | 0,35 |
16 | 0,80 | 0,40 |
18 | 0,90 | 0,45 |
20 | 1,00 | 0,50 |
23 | 1,15 | 0,575 |
26 | 1,30 | 0,65 |
30 | 1,50 | 0,75 |
35 | 1,75 | 0,875 |
40 | 2,00 | 1,00 |
45 | 2,25 | 1,125 |
51 | 2,55 | 1,275 |
58 | 2,90 | 1,45 |
66 | 3,30 | 1,65 |
Minimum te maken punten Overband volgens categorie
vrij spel | overband |
23 - 26 | 14 / 16 |
29 - 32 | 18 |
35 - 38 | 20 |
41 - 44 | 23 |
48 - 60 | 26 |
66 - 80 | 30 |
92 - 116 | 35 |
132 - 180 | 40 |
kader 38/2 | overband |
100 - 130 | 45 |
145 - 180 | 51 |
200 - 260 | 58 |
300 | 66 |
kader 57/2 | overband |
250 | 75 |
300 | 85 |
hoger | 100 |
115...130...145...160... |
5. KADER
Om aan het individuele kampioenschap Kader te kunnen deelnemen, moet men een bondsgemiddelde hebben.
Het individuele kampioenschap kader wordt enkel ingericht voor kaderspelers. Als er minder dan zes inschrijvingen zijn, wordt het niet afzonderlijk ingericht. De kaderspelers spelen dan samen met de spelers vrij spel, zoveel mogelijk tegen elkaar in éénzelfde poule.
De wedstrijduitslagen moeten in het spelersboekje worden ingeschreven op de daarvoor voorziene bladzijde (Individueel Vrij/Kader) en dus niet bij de bekerwedstrijden.
6. VRIJ SPEL
Om aan het individuele kampioenschap Vrij spel te kunnen deelnemen, moet men een bondsgemiddelde hebben.
De wedstrijduitslagen moeten in het spelersboekje worden ingeschreven op de daarvoor voorziene bladzijde (Individueel Vrij/Kader) en dus niet bij de bekerwedstrijden.